Heft op uw hoofden, poorten wijd!

Geen audio beschikbaar
Heft op uw hoofden, poorten wijd!

Afspeelinstellingen

Tempo:

Informatie over dit gezang

Auteur(s):

Georg Weissel (1590 - 1635)
E.L. Smelik (1900 - 1985)
Halle 1704
Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Heft op uw hoofden, poorten wijd!

1Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Wie is het, die hier binnenrijdt?
Begroet Hem, Heer' der heerlijkheid
en Heiland vol barmhartigheid!
Hij geeft de wereld 't leven weer.
Juicht blijde, zingt uw God ter eer,
looft Hem, die sterk van daad
de deuren binnengaat!

2Zijn wezen is gerechtigheid,
Zijn sieraad is zachtmoedigheid,
Zijn koningskroon is heiligheid,
Zijn scepter is barmhartigheid.
Al onze nood brengt Hij ten end.
Looft daarom Hem, die God ons zendt,
nu Christus, groot van daad,
de poorten binnengaat.

3Gezegend was het land, de stad,
waar deze Koning binnentrad.
Gezegend 't hart, dat openstaat
en deze Koning binnenlaat.
De Zonne der gerechtigheid
verblindde niet door majesteit;
maar wat in 't duister sliep,
ontwaakte, toen Hij riep.

4Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Elk hart zij Hem ter woon bereid!
De palmen van uw eerbied spreidt
de weg langs, die uw Koning rijdt.
Hij komt tot u met troost en vree
en brengt u heil en liefde mee.
Geprezen zij de Heer',
Hij geeft u 't leven weer!