Wat God doet, dat is welgedaan

Geen audio beschikbaar
Wat God doet, dat is welgedaan

Afspeelinstellingen

Tempo:

Informatie over dit gezang

Auteur(s):

Samuel Rodigast
Jan Wit (1914 - 1980)
Severus Gastorius
Wat God doet, dat is welgedaan
Wat God doet, dat is welgedaan

1Wat God doet, dat is welgedaan,
Zijn wil is wijs en heilig.
'k zal aan Zijn hand vertrouwend gaan,
die hand geleid mij veilig.
In nood is mij,
Zijn trouw nabij.
Ja Hij, de Heer' der heren,
blijft eeuwig wijs regeren.

2Wat God doet, dat is welgedaan,
Zijn woord eist mijn vertrouwen.
Hij leidt mij op de rechte baan.
'k Mag daar Zijn liefd' aanschouwen.
Hij geeft mij kracht,
Zijn hulp, Zijn macht
redt mij uit smart en banden:
mijn lot rust in Zijn handen.

3Wat God doet, dat is welgedaan,
Hij luistert naar mijn klachten.
Zou mij Zijn liefde gadeslaan
en ik Zijn hulp niet wachten?
God kent mijn hart;
geen ramp, geen smart
is ooit voor Hem verborgen:
Hij zal als Vader zorgen.

4Wat God doet, dat is welgedaan,
dat blijft de vreugd mijns levens.
God plant wel doornen op mijn paan,
maar strooit daar rozen nevens.
Met smart paart God
vaak rein genot.
Zijn vaderlijk' ontferming
blijft eeuwig mijn bescherming.

5Wat God doet, dat is welgedaan,
Zijn trouw blijft mij ten hoede.
Zijn liefde doet geen kwaad ontstaan,
't werkt alles mee ten goede.
Als God mij leidt,
zal 'k wel bereid
mijn hoogst en reinst verlangen
in d' eeuwigheid ontvangen.