Vreugde, vreugde, louter vreugde

Geen audio beschikbaar
Vreugde, vreugde, louter vreugde

Afspeelinstellingen

Tempo:

Informatie over dit gezang

Auteur(s):

H. van Dyke (1852 - 1933)
H. Hasper (1886 - 1974)
L. von Beethoven (1770 - 1827)
Vreugde, vreugde, louter vreugde
Vreugde, vreugde, louter vreugde

1Vreugde, vreugde, louter vreugde
is bij U van eeuwigheid,
Schepper, die 't heelal verheugde,
Bron van eeuw'ge vreugde zijt.
U, die woont in licht en luister,
drijft de schaduwen uiteen.
Hij, die zoekend doolt in 't duister,
vindt het licht bij U alleen.

2Open nu ook onze ogen
voor het ware vreugdelicht
opdat wij Uw Naam verhogen
juichend voor Uw aangezicht
want in Christus komt U nader
hem, die onder zonde zucht,
Ieder wilt U zijn een Vader
die in Jezus tot u vlucht.

3Duizend lichten, duizend kleuren
zijn de weerglans van Uw pracht;
daarmee wilt U mensen beuren
uit hun zorgen, uit hun nacht.
Op een zee van licht en zangen
voert Gij ons tot U omhoog.
U, Heer', bent ons hoogst verlangen;
doof niet voor Uw licht ons oog.

4In de harmonie der sferen
klinkt een loflied U gewijd.
Sterren, eng’len, allen eren
U, de Heer' der heerlijkheid.
Velden, wouden, beken, bergen,
stromen, zeeën, alles juicht,
vogels, bloemen en fonteinen,
’t werk dat van Uw vreugd getuigt.