O, welk een macht heeft Uwe liefde

Geen audio beschikbaar
O, welk een macht heeft Uwe liefde

Afspeelinstellingen

Tempo:

Informatie over dit gezang

Auteur(s):

Gerhard Tersteegen (1697 - 1769)
David de Jong
Dimitry Bortniansky (1751 - 1825)
O, welk een macht heeft Uwe liefde
O, welk een macht heeft Uwe liefde

1O, welk een macht heeft Uwe liefde,
Door Jezus mij geopenbaard,
Die Hij hoe snood men Hem ook griefde,
Aan haat’ren zelfs niet heeft gespaard.
In plaats van aan mijzelf te denken,
Wil ’k U geheel mijn leven schenken.

2Hoe wordt mijn wil door U bewogen,
Ja, zo verlangt Uw hart naar mij,
Dat Gij mij trekt van uit den Hogen,
Opdat ik gans Uw eigen zij.
Wat heerlijk lot is mij beschoren,
Uw liefde heeft mij uitverkoren.

3O Jezus breng m’ Uw Naam te binnen,
Ja, schrijf hem diep in mijne ziel:
Uw Naam, zo waard om te beminnen,
Uw Naam, waarvoor ik nederkniel.
In woord en werk en gans mijn wezen,
Zij, Heiland, slechts Uw Naam geprezen.

4’k Moet U ten eigendom verkiezen,
Want buiten U, Heer', is er geen;
’k Wil niet in ’t schepsel mij verliezen,
Bij U is rust, bij U alleen.
Bij U is rust, bij U verblijden,
Aan U wil ook mijn hart zich wijden.