Als g’ in nood gezeten, geen uitkomst ziet

Geen audio beschikbaar
Als g’ in nood gezeten, geen uitkomst ziet

Afspeelinstellingen

Tempo:

Informatie over dit gezang

Auteur(s):

Johann Friedrich Raeder (1815 - 1872)
P. J. Moeton (1837 - 1919)
H.A. César Malan (1787 - 1864)
Als g’ in nood gezeten, geen uitkomst ziet
Als g’ in nood gezeten, geen uitkomst ziet

1Als g’ in nood gezeten, geen uitkomst ziet,
Wil dan nooit vergeten: God verlaat u niet.
Vrees toch geen nood! ’s Heeren trouw is groot,
En op ’t nacht’lijk duister, volgt het morgenrood.
Schoon stormen woeden, ducht toch geen kwaad;
God zal u behoeden, uw toeverlaat.

2God blijft voor u zorgen; Goed is de Heer',
En met elken morgen, keert Zijn goedheid weêr.
Schoon g’ in ’t verdriet, nergens uitkomst ziet,
Grooter dan de Helper, is de nood toch niet.
Wat ons ontviele, Redder in nood!
Red slechts onze ziele, uit zonde en dood.