Pt 424/Ps 98 Sing, Sing A New Song to Jehovah

Geen audio beschikbaar
Pt 424/Ps 98 Sing, Sing A New Song to Jehovah

Afspeelinstellingen

Tempo:

Iso-ritmisch:

Informatie over dit gezang

Auteur(s):

naar Psalm 98
Onbekend
Pt 424/Ps 98 Sing, Sing A New Song to Jehovah
Pt 424/Ps 98 Sing, Sing A New Song to Jehovah

1Sing, sing a new song to Jehovah
For all the wonders He has wrought;
His right hand and His arm most holy
The victory to Him have brought.
The Lord has published His salvation,
His righteousness has He made known;
He showed to every heathen nation
That judgment issues from His throne.

2He has remembered all His mercy,
His truth declared to Israel;
The ends of earth have seen His glory;
His ways in majesty excel.
Then make a joyful noise before Him,
O all ye earth, His praises sing;
With loud acclaim let all adore Him
And let the joyful anthems ring.

3Join to the harp your glad rejoicing,
A psalm of adoration bring,
With trumpet and the cornet voicing
A joyful noise to God, the King.
Let oceans roar with all their fullness,
The world and they that dwell therein;
Proclaim Jehovah's power with boldness,
Exalt Him ever and again.

4Let all the streams in joyous union
Now clap their hands and praise accord,
The hills rejoice in glad communion,
And skip for joy before the Lord.
He comes, He comes to judge the people,
Arrayed in truth and equity;
The world shall He redeem from evil,
And righteous shall His judgment be.

5Zingt, zingt een nieuw gezang den Heere,
Dien groten God, Die wondren deed.
Zijn rechterhand, vol sterkt' en ere,
Zijn heilig' arm, wrocht heil na leed.
Dat heil heeft God nu doen verkonden,
Nu heeft Hij Zijn gerechtigheid,
Zo vlekkeloos en ongeschonden.
Voor 't heidendom ten toon gespreid.

6Hij heeft gedacht aan Zijn genade,
Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt.
Dit slaan al 's aardrijks einden gade,
Nu onze God Zijn heil om schenkt.
Juich dan den Heer' met blijde galmen,
Gij ganse wereld, juich van vreugd.
Zing vrolijk in verheven psalmen
Het heil, dat d' aard' in 't rond verheugt.

7Doet bij uw harp de psalmen horen;
Uw juichstem geev' den Heere dank;
Laat klinken, door uw tempelkoren,
Trompetten en bazuingeklank.
Dat 's Heeren huis van vreugde druise
Voor Isrels grote Opperheer;
De zee met hare volheid bruise,
De ganse wereld geev' Hem eer.

8Laat al de stromen vrolijk zingen,
De handen klappen naar omhoog;
't Gebergte vol van vreugde springen
En hupplen voor des Heeren oog.
Hij komt, Hij komt, om d' aard' te richten,
De wereld in gerechtigheid;
Al 't volk, daar 't wreed geweld moet zwichten,
Wordt in rechtmatigheid geleid.