U zij de glorie

Geen audio beschikbaar
U zij de glorie

Afspeelinstellingen

Tempo:

Informatie over dit gezang

Auteur(s):

E. Budry (1854 - 1932)
J.W. Schulte Nordholt (1920 - 1995)
G.F. Handel (1685 - 1759)
U zij de glorie
U zij de glorie

1U zij de glorie,
opgestane Heer',
U zij de victorie,
nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen
daalde d'engel af,
heeft de steen genomen
van 't verwonnen graf.
U zij de glorie,
opgestane Heer',
U zij de victorie,
nu en immermeer.

2Zie Hem verschijnen,
Jezus, onze Heer',
Hij brengt al de Zijnen
in Zijn armen weer.
Weest dan volk des Heeren
blijde en welgezind
en zegt telkenkere: "Christus overwint"
U zij de glorie,
opgestane Heer',
U zij de victorie,
nu en immermeer.

3Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
Die mij heeft genezen, Die mij vrede geeft?
In Zijn godd'lijk wezen is mijn glorie groot,
niets heb ik te vrezen in leven en in dood
U zij de glorie,
opgestane Heer',
U zij de victorie,
nu en immermeer.