Psalm 82

Geen audio beschikbaar
Psalm 82

Afspeelinstellingen

Tempo:

Iso-ritmisch:

Informatie over deze psalm

Auteur(s):

H. Ghijsen
D. Sanderman
Psalm 82
Psalm 82

1 In d' achtbre Godsvergaderingen
Staat God, als Richter der gedingen.
Hij oordeelt over goed en kwaad,
In 't midden van der goden raad:
"Hoe lang zult gij van 't richtsnoer wijken,
Een onrechtvaardig vonnis strijken,
En acht slaan op het aangezicht
Der goddelozen in 't gericht?"

2 Toont aller goden God te vrezen;
Doet recht aan armen en aan wezen,
Rechtvaardigt hem, die billijk klaagt,
Verdrukt of arm uw hulpe vraagt;
Verlost geringen uit hun lijden,
En wilt behoeftigen bevrijden,
Rukt z' uit der goddelozen hand;
Gerechtigheid verhoogt een land.

3 Maar ach, hier is het recht vergeten;
Men heeft noch kennis noch geweten;
Men wandelt in de duisternis;
Het wankelt al, wat zeker is;
Dies ziet men 's aardrijks grondvest beven
'k heb wel voorheen u d' eer gegeven,
Dat Ik u goden heb genoemd
En als Gods kinderen geroemd!

4 Gij zult nochtans het leven derven,
En als gemene mensen sterven;
Eens storten van den stoel der eer
In 't graf, als elk der vorsten, neer.
Sta op, o God, en wil ontwaken.
Ai, oordeel 't aardrijk, richt de zaken;
Want Gij bezit op aard' alom
De volkeren in eigendom.