Psalm 62

Geen audio beschikbaar
Psalm 62

Afspeelinstellingen

Tempo:

Iso-ritmisch:

Informatie over deze psalm

Auteur(s):

J.E. Voet
D. Sanderman
Psalm 62
Psalm 62

1 Mijn ziel is immers stil tot God;
Van Hem wacht ik een heilrijk lot.
Hij immers zal mijn rotssteen wezen;
Mijn heil, mijn hulp in mijn gebrek;
Mijn toevlucht en mijn hoog vertrek.
Ik zal geen grote wankling vrezen.

2 Hoe lang, o wreedaards, zoekt gij dan
Het kwade nog van zulk een man?
Uw kracht is veel te zwak en teder;
Haast sterft gij allen door Gods hand.
Zo stort een ingebogen wand,
Een aangestoten muur terneder.

3 Zij raadslaan slechts, vervoerd door haat,
Om hem uit zijnen hogen staat
Te stoten met bedrog; en zoeken
Met lust hiertoe een logenvond;
Zij zeegnen wel met hunnen mond,
Maar 't goddloos hart doet niets dan vloeken.

4 Doch gij, mijn ziel, het ga zo 't wil,
Stel u gerust, zwijg Gode stil.
Ik wacht op Hem; Zijn hulp zal blijken.
Hij is mijn rots, mijn heil in nood,
Mijn hoog vertrek; Zijn macht is groot;
Ik zal noch wanklen, noch bezwijken.

5 In God is al mijn heil, mijn eer,
Mijn sterke rots, mijn tegenweer;
God is mijn toevlucht in het lijden.
Vertrouw op Hem, o volk, in smart,
Stort voor Hem uit uw ganse hart:
God is een toevlucht t' allen tijde.

6 Gemene lieden immers zijn
Slechts ijdelheid, een damp, een schijn;
De groten anders niet dan logen;
Zij zouden, hoe hun hart zich vleit,
Nog lichter zijn dan d' ijdelheid,
In ene weegschaal opgewogen.

7 Vertrouwt, wat uw begeert' ook zij,
Nooit op geweld of roverij,
En wordt niet ijdel, als 't vermogen
Gedurig aanwast; waakt en let.
Dat gij het hart er nooit op zet,
Zo wordt ge door geen schijn bedrogen.

8 Eenmaal sprak God tot mij een woord,
Tot tweemaal toe heb ik 't gehoord;
Dat 's Heeren zijn de sterkt' en krachten.
Ook is bij U de goedheid, Heer';
Dies heeft van U elk stervling weer,
Vergelding naar zijn werk te wachten.