Psalm 123
Afspeelinstellingen
Tempo:
Informatie over deze psalm
Auteur(s):
1
Ik hef tot U, die in den hemel zit,
Mijn ogen op, en bid;
Gelijk een knecht ziet op de hand zijns heren,
Om nooddruft te begeren,
En 't oog der maagd is op haar vrouw geslagen,
Om hulp of gunst te vragen;
Zo slaan wij 't oog op onzen Heer', tot Hij
Ook ons genadig zij.
2
Geef ons gena, geef ons gena, o Heer',
En red ons tot Uw eer;
Wij zijn reeds moe van al de schampre woorden,
Die wij van smaders hoorden;
Ons treurig hart is moe van al het spotten,
En 't honend samenrotten
Der hovaardij, die needrigen veracht,
En weelderig belacht.