Statenvertaling
Psalmen 141
Psalmen
In Psalm 141 bidt David om bescherming en bewaring en spreekt hij zijn vertrouwen in de HEERE uit. Hij voelt zich omringd door vijanden en worstelt met zijn omstandigheden.
Gebed in verzoeking
141
1
EEN psalm van David.
HEERE, ik roep U aan, 1haast U tot mij; neem 2mijn stem ter ore, als ik tot U roep.
2 3aMijn gebed worde gesteld als 4reukwerk voor Uw aangezicht, 5de opheffing mijner handen als 6het avondoffer.
3 HEERE, 7zet een wacht voor mijn mond, 8behoed de deur mijner lippen.
4 9Neig mijn hart niet tot een kwade zaak, om enigen 10handel 11in goddeloosheid te handelen 12met mannen die ongerechtigheid werken; en 13dat ik niet ete van hun lekkernijen.
5 De rechtvaardige 14sla mij, het zal 15weldadigheid zijn; en hij bestraffe mij, 16het zal olie des hoofds zijn, 17het 18zal mijn hoofd niet breken; want nog zal ook mijn gebed voor hen zijn in hun tegenspoeden.
6 19Hun rechters zijn 20aan de 21zijden der steenrots vrijgelaten geweest, en hebben gehoord mijn redenen, dat zij 22aangenaam waren.
7 b23Onze 24beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, 25gelijk of iemand op de aarde iets gekloofd en verdeeld had.
8 Doch op U zijn mijn ogen, HEERE Heere, op U betrouw ik, 26ontbloot 27mijn ziel niet.
9 Bewaar mij 28voor het geweld des striks dien zij mij gelegd hebben, en voor de valstrikken der werkers der ongerechtigheid.
10 Dat de goddelozen 29elk in 30zijn garen vallen, tezamen, totdat 31ik zal zijn voorbijgegaan.
Probeer
gratis
Lees de Bijbel met Uitleg
Maak een account aan en krijg toegang tot de extra content van de Bijbel mét uitleg!
- Bijbel mét uitleg
- Achtergrondinformatie
- Landkaarten en illustraties
- Bijbelverklaring van Matthew Henry
- Bijbelverklaring van Johannes Calvijn
- Notities en markeringen