Statenvertaling

Psalmen 131

Psalmen

In Psalm 131 belijdt David zijn nederigheid tegenover God. Hij belijdt dat hij geheel afhankelijk is van de HEERE, zoals een peuter van zijn moeder. Hij roept Israël op ook op de HEERE te vertrouwen.

Ootmoedig vertrouwen

131 1 EEN 1 lied Hammaäloth, van David.
O HEERE, amijn hart is niet 2verheven en bmijn ogen zijn niet hoog; ook heb ik niet gewandeld in dingen mij te groot en 3te wonderlijk.

2 4Zo ik mijn ziel niet heb gezet en stilgehouden, gelijk een gespeend kind bij zijn moeder! Mijn ziel is 5als een gespeend kind in mij.

3 6Israël hope op den HEERE, van nu aan tot in der eeuwigheid.